Genesis 28:6

SVAls nu Ezau zag, dat Izak Jakob gezegend, en hem naar Paddan-aram weggezonden had om zich van daar een vrouw te nemen; [en] als hij hem zegende, dat hij hem geboden had, zeggende: Neem geen vrouw van de dochteren van Kanaan;
WLCוַיַּ֣רְא עֵשָׂ֗ו כִּֽי־בֵרַ֣ךְ יִצְחָק֮ אֶֽת־יַעֲקֹב֒ וְשִׁלַּ֤ח אֹתֹו֙ פַּדֶּ֣נָֽה אֲרָ֔ם לָקַֽחַת־לֹ֥ו מִשָּׁ֖ם אִשָּׁ֑ה בְּבָרֲכֹ֣ו אֹתֹ֔ו וַיְצַ֤ו עָלָיו֙ לֵאמֹ֔ר לֹֽא־תִקַּ֥ח אִשָּׁ֖ה מִבְּנֹ֥ות כְּנָֽעַן׃
Trans.wayyarə’ ‘ēśāw kî-ḇēraḵə yiṣəḥāq ’eṯ-ya‘ăqōḇ wəšillaḥ ’ōṯwō padenâ ’ărām lāqaḥaṯ-lwō miššām ’iššâ bəḇārăḵwō ’ōṯwō wayəṣaw ‘ālāyw lē’mōr lō’-ṯiqqaḥ ’iššâ mibənwōṯ kənā‘an:

Algemeen

Zie ook: Ezau, Izaak, Izak, Jakob, Kanaan
Genesis 26:35, Genesis 27:46, Genesis 28:8

Aantekeningen

Als nu Ezau zag, dat Izak Jakob gezegend, en hem naar Paddan-aram weggezonden had om zich van daar een vrouw te nemen; [en] als hij hem zegende, dat hij hem geboden had, zeggende: Neem geen vrouw van de dochteren van Kanaan;


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יַּ֣רְא

zag

עֵשָׂ֗ו

Als nu Ezau

כִּֽי־

dat

בֵרַ֣ךְ

gezegend

יִצְחָק֮

Izak

אֶֽת־

en hem

יַעֲקֹב֒

Jakob

וְ

-

שִׁלַּ֤ח

weggezonden had

אֹת

als hij hem

וֹ֙

-

פַּדֶּ֣נָֽה

-

אֲרָ֔ם

naar Paddan-Aram

לָ

-

קַֽחַת־

te nemen

ל֥

-

וֹ

-

מִ

-

שָּׁ֖ם

daar

אִשָּׁ֑ה

een vrouw

בְּ

-

בָרֲכ֣וֹ

zegende

אֹת֔וֹ

-

וַ

-

יְצַ֤ו

dat hij hem geboden had

עָלָיו֙

-

לֵ

-

אמֹ֔ר

zeggende

לֹֽא־

geen

תִקַּ֥ח

Neem

אִשָּׁ֖ה

vrouw

מִ

-

בְּנ֥וֹת

de dochteren

כְּנָֽעַן

van Kanaän


Als nu Ezau zag, dat Izak Jakob gezegend, en hem naar Paddan-aram weggezonden had om zich van daar een vrouw te nemen;
[en] als hij hem zegende, dat hij hem geboden had, zeggende: Neem geen vrouw van de dochteren van Kanaan;

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!